Overige ontwikkelingen

Omgevingsvisies

Terug naar navigatie - Omgevingsvisies

Al enige tijd wordt een raadsbesluit over visies voor het stedelijk en het landelijk gebied voorbereid. Deze visies gaan over de periode tot 2025. Naar aanleiding van de behandeling van de Woonvisie is door u besloten tot een Brede Maatschappelijke Discussie over de vraag of het voor een vitaal en krachtig Leusden nodig is na 2025 ruimte voor verdere woningbouw te houden. Besluitvorming hierover vindt op 5 juli plaats. Dit is belangrijke informatie voor het kunnen afronden van de visies. Een raadsvoorstel over de visies staat gepland voor december 2017.
Zowel de uitkomst van de Brede Maatschappelijke Discussie over de (ruimtelijke) toekomst als de beide visies geven richting aan de ontwikkeling van Leusden. Het besluit over de scenario’s voor de toekomstige ontwikkeling moet in 2018 en volgende jaren nog verder worden uitgewerkt in aan te wijzen locaties hiervoor en uiteindelijk vastgelegd in een planologisch-juridisch document.
Voor zover nodig worden de omgevingsvisies na vaststelling uitgewerkt in concretere beleidsdocumenten. Daarnaast en niet in de laatste plaats vinden met betrokkenen en belanghebbenden gesprekken plaats over de wijze waarop met name zij een bijdrage kunnen leveren aan de totstandkoming van de visies. De visies moeten initiatiefnemers uitnodigen om deze visie werkelijkheid te laten worden. Daar waar nodig en mogelijk faciliteert en ondersteunt de gemeente deze initiatieven.

 

 

Omgevingswet

Terug naar navigatie - Omgevingswet

De rijksoverheid voegt (delen van) 26 wetten die regels stellen over de fysieke leefomgeving samen tot één Omgevingswet. Dit leidt tot nieuwe instrumenten, bevoegdheden, verplichtingen en verschuivingen in verantwoordelijkheden van overheden en partijen in de samenleving. Met de nieuwe Omgevingswet beoogt de rijksoverheid de volgende doelen:
- minder regels en planvormen;
- meer samenhang in beleid en regels en betere besluitvorming;
- snellere procedures;
- meer afwegingsruimte voor de lagere overheden;
- betere mogelijkheden tot participatie en samenwerking bij planvorming.

De invoering van de Omgevingswet staat in 2019 gepland. Nog lang niet alle bijbehorende regels en protocollen zijn al bekend, maar duidelijk is wel dat de impact van de wet op de organisatie groot is. Na de invoering van de drie decentralisaties in het sociaal domein komt er nu een grote verschuiving in het fysieke domein.

De komst van de Omgevingswet vraagt om nieuwe kaders en visie met betrekking tot dienstverlening, participatie, en bestuurlijke afwegingsvrijheid. De structuurvisies en bestemmingsplannen verdwijnen en de raad zal in plaats daarvan een omgevingsvisie en een omgevingsplan moeten vaststellen, die een veel bredere reikwijdte hebben dan nu gebruikelijk is in de ruimtelijke ordening. Hier maken voortaan ook aspecten als gezondheid en sociaal-maatschappelijke beleid deel van uit. Sectorale beleidsvisies kunnen slechts als onderdeel van de integrale omgevingsvisie bestaan. De wijze waarop de raad haar kaderstellende en controlerende rol uitoefent verandert dus ook. Bij het opstellen van de omgevingsvisies (zie hiervoor) houden we voor zoveel mogelijk rekening met de komst van de Omgevingswet.

De nieuwe Omgevingswet stimuleert en borgt een grote rol voor de inbreng van partijen uit de samenleving aan de voorkant van planvorming. In die zin biedt de nieuwe wet kansen om beter aan te sluiten bij de Leusdense manier van werken: de samenleving voorop. De huidige regelgeving in de ruimtelijke ordening gaat immers nog steeds uit van planvorming, kaderstelling èn uitvoering door de overheid, met een focus op juridische beroepsmogelijkheden voor de samenleving achteraf.
De gemeente krijgt meer bestuurlijke afwegingsruimte om eigen keuzes te maken, waardoor meer beleidsvrijheid ontstaat om flexibeler te zijn teneinde gewenste ontwikkelingen mogelijk te maken dan wel juist steviger in te zetten op het behoud van omgevingswaarden, het creëren van nieuwe omgevingswaarden of het tegengaan van ongewenste ontwikkelingen. Ontwikkelaars en initiatiefnemers komen meer aan de lat te staan en het Rijk en de Provincie bereiden ook een omgevingsvisie voor die van grote invloed zal zijn op de speelruimte die de gemeente straks daadwerkelijk krijgt.

Er komt een verschuiving naar meer eigen verantwoordelijkheid in het naleven van regels en minder vergunningverlening. Dit vraagt om een nieuw dienstverleningsconcept voor het omgevingsloket en hierdoor zal handhavingsbeleid moeten veranderen. De rol van de RUD zal hierdoor ook opnieuw worden gedefinieerd. In het kader van de Omgevingswet zal ook landelijk een digitaal (kaart)informatiesysteem worden ontwikkeld. Hiervoor moeten veranderingen worden aangebracht in software en informatieprocessen. De nieuwe wet leidt dus tot herinrichting van werkprocessen en systemen en tot organisatieverandering in zowel structuur als cultuur. Vanzelfsprekend zal dit effecten hebben op de begroting.

Wij zijn gestart met de verkenning van de opgave en zullen in 2017 een plan van aanpak opstellen voor de implementatie van de Omgevingswet. De uitvoering van dit plan zal plaatsvinden in 2018. Hiervoor zijn in de begroting 2017 via nieuw beleid extra middelen van € 300.000 beschikbaar gesteld. Immers: tijdens de verbouwing moet de winkel wel open blijven. Of deze middelen ook voor 2018 toereikend zullen zijn is nu nog niet te zeggen.

 

 

Sociaal domein

Terug naar navigatie - Sociaal domein

Op 15 december 2016 heeft de gemeenteraad de visie op- en kaders voor het Sociaal Domein. Voorafgaand aan de vaststelling is aangekondigd dat na de delen ‘visie’ en ‘kaderstelling’ ook een deel ‘uitvoering’ zou worden vastgesteld.

Samen met maatschappelijk partners is een zogenaamd uitvoeringsplan voor 2017 en 2018 opgesteld. In het uitvoeringsplan zijn activiteiten benoemd die zullen leiden tot het behalen van de doelstellingen zoals die door de raad zijn vastgesteld. Het college gaat samen met diezelfde maatschappelijk partners én inwoners verder aan de slag.

In het uitvoeringsplan wordt beschreven “wat we in 2018 gaan doen”. Het biedt de eigen ambtelijke organisatie maar ook andere uitvoeringorganisaties en maatschappelijk partners houvast en structuur om de activiteiten ook doelgericht uit te voeren. Aan de andere kant is het geen afbakening. Andere activiteiten die direct of indirect kunnen bijdragen aan de doelstellingen kunnen ook worden ondersteund.
De doelstellingen en activiteiten dragen bij aan de brede visie waarbij wordt ingezet op ‘een Leusden’ waar:
- passende ondersteuning is voor wie een steun in de rug nodig heeft;
-  het mogelijk is om goed en zelfstandig te kunnen (blijven) wonen en leven;
- de verbinding tussen mensen – via digitale én werkelijke ontmoeting – vanzelfsprekend is;
-  iedereen, ongeacht sociale status, gelijkwaardig kan meedoen;
-  de eigen kracht van inwoners, zowel individueel of collectief wordt versterkt.

Het uitvoeringsplan is opgebouwd uit vier delen. Deel één beschrijft de activiteiten aan de hand van de (door de raad vastgestelde) vier programmalijnen. In deel twee worden de activiteiten beschreven die voortkomen uit hoofdstuk zes van de kadernota (“Onderwerpen die specifieke aandacht vragen”). Hoofdstuk drie gaat in op de activiteiten die zijn gericht op het behalen van doelstellingen die voortkomen uit de aanbevelingen van de raad (opgenomen tijdens het besluitvormingsproces). Hoofdstuk vier, tenslotte gaat specifiek in op de zogenaamde ‘Jeugdagenda’ .
Net als bij het beleidskader is er, mede in het kader van een communicatieplan Sociaal Domein, een infographic over het uitvoeringsprogramma gemaakt die gebruikt kan worden om organisaties en inwoners te informeren over de activiteiten.

Ook in 2018 wordt veel aandacht besteed aan continuïteit en kwaliteit van voldoende adequaat - vraaggericht – aanbod en de toegang en toeleiding tot diensten en voorzieningen. Regievoering op samenwerking c.q. samenwerkingsafspraken met zowel Larikslaan2 als de regiogemeenten (inclusief centrumgemeente Amersfoort) is daarbij van groot belang.
Na de tijdsinvestering in het kader van informatiemanagement Sociaal Domein in 2016 en 2017 wordt het informatiebeheer toekomstbestendig ingericht in 2018.

Medio mei 2017 zijn de rekeningcijfers ‘zorgkosten 2016’ inzichtelijk geworden.
Deze cijfers laten een overschrijding op de zorgkosten van circa € 700.000 zien.
De overschrijding is met name in het kader van Jeugdhulp. Ook voor 2017 zijn er reeds signalen van zorgaanbieders over ontoereikende budgetten ontvangen. In het tweede kwartaal 2017 wordt een financieel inhoudelijke analyse opgesteld om de voornaamste oorzaken van het tekort in 2016 te kunnen duiden. Op basis van deze analyse zullen wij een gericht plan van aanpak opstellen voor een sturing op de zorgkosten. Het doel daarbij is om de kosten, zonder kwaliteitsverlies en gefaseerd, om te buigen en het verstrekkingen niveau bínnen de budgettaire kaders van het Sociaal Domein te krijgen.

 

 

Vernieuwing bestuurlijke planning en control cyclus

Terug naar navigatie - Vernieuwing bestuurlijke planning en control cyclus

In 2015 hebben we de vernieuwing van de bestuurlijke P&C cyclus ingezet. Eerste belangrijke resultaat was de invoering van de digitale begroting met de begrotingsapp. De programmabegroting 2017 is volledig gemaakt in de begrotingsapp en is niet meer op papier beschikbaar. De raad heeft via een enquête aangegeven tevreden te zijn over het resultaat. Uiteraard kan het altijd beter. De verbeterpunten die zijn opgehaald in diverse evaluaties zullen wij meenemen bij het opstellen van de programmabegroting 2018.
De volgende stappen in de vernieuwing zijn inmiddels ook gezet. In maart en april zijn de eerste verantwoordingsavonden gehouden. Deze avonden vervangen de schriftelijke rapportage die jaarlijks in de bestuursrapportages werden opgenomen. ‘Van papier naar gesprek’ noemen we dat.
Gelijktijdig met deze Kaderbrief bieden wij u ook de Voorjaarsnota 2017 aan. In samenspraak met de raadswerkgroep bestuurlijke P&C hebben wij een nieuw model voor onze bestuursrapportages (Voor- en Najaarsnota) gemaakt. Voor deze vernieuwing streven we de volgende verbeteringen na:
- een compacte rapportage waarbij meer op hoofdlijnen wordt gerapporteerd;
- een onderscheid aanbrengen tussen financieel bestuurlijk belangrijke en minder belangrijke mutaties;
- verbetering van de lay-out met meer grafische informatie;
-  waar mogelijk en nuttig doorlinken naar achterliggende informatie;
-  financiële rapportages per domein waarbij ook het begrotingsresultaat per domein is te volgen.

In de leeswijzer van de Voorjaarsnota gaan wij nader in op de toepassing van deze vernieuwingen. Wij hopen dat deze vernieuwing weer verder bijdraagt aan onze doelstelling om P&C producten compacter, transparanter en toegankelijker te maken, en daarmee betere stuurinstrumenten voor de raad worden.