De gemeentelijke risico’s worden tweemaal per jaar op gestructureerde wijze in beeld gebracht en op de mogelijke consequenties beoordeeld. De eerste monitor bieden wij u aan bij deze Voorjaarsnota. Het risicobeeld van de gemeente neemt iets af. De ingeschatte risico’s in monitor 2017-2 bedroegen
€ 3,1 miljoen. Wij schatten deze nu in op € 3,0 miljoen.
Risico’s Sociaal Domein
De kosten op het gebied van de jeugdzorg zijn in 2017 verder toegenomen. Het structurele effect daarvan hebben wij in deze voorjaarsnota verwerkt, maar de verwachting is dat, op basis van volume- ontwikkeling, de kosten de komende jaren nog verder zullen stijgen. Voor de verwachte volume- en prijsstijgingen heeft het Rijk via de maartcirculaire aanvullende middelen aan de gemeenten beschikbaar gesteld welke wij op een stelpost in onze begroting hebben opgenomen.
In het IBP zijn er afspraken tussen gemeenten en Rijk gemaakt met de bedoeling een goede basis binnen het Sociaal Domein te bieden voor de komende jaren. De financiële vertaling daarvan is op basis van macro-ontwikkelingen via de maartcirculaire 2018 vertaald naar de gemeenten. Voor individuele gemeenten kunnen zowel de afspraken als de ontwikkelingen anders uitpakken. Bovendien is het ook duidelijk dat er op een aantal punten nog verschil van inzicht tussen gemeenten en Rijk bestaat over de uitwerking en vooral ook de financiële gevolgen van bepaalde maatregelen. Het gaat daarbij concreet om:
* Discussie tussen rijk en VNG over de volume-ontwikkelingen bij met name de jeugdhulp;
* Specifieke tekorten als gevolg van de achterblijvende transformatie, beperkte valide gegevens aan de start van de decentralisaties en de door te maken leercurve.
* Scheefheden in de toegepaste verdeelmodellen voor WMO en Jeugd;
* Nieuwe ontwikkelingen zoals de invoering van het abonnementstarief, de extra kosten als gevolg van de nieuwe loonschalen voor Huishoudeljike Hulp.
Met betrekking tot de binnen onze regio toegepaste risicoverevening voor de duurdere vormen van jeugdzorg loopt Leusden een risico dat niet in onze begroting is afgedekt: De laatste 2 jaar heeft deze verevening, waarbij de totale kosten op regioniveau worden verdeeld naar rato van het aandeel in de rijksbijdrage Jeugd, voor Leusden geleid tot een aanzienlijk positief herverdeeleffect (€ 940.000 over 2017). Het principe van risicoverevening loopt echter t/m 2019 en het (politieke)draagvlak binnen de regio voor het continueren van de risicoverevening neemt af.
Algemene Uitkering Gemeentefonds
In de maartcirculaire zijn de gevolgen van het Regeerakkoord Rutte III verwerkt. Voor de berekening van de groei van het gemeentefonds wordt nu uitgegaan van een bredere basis voor het vaststellen van de rijksuitgaven. Ook de uitgaven voor sociale zekerheid en zorg worden nu meegeteld omdat de gemeenten sinds 2015 ook extra taken op deze gebieden uitvoeren. Door deze bredere basis komen meer middelen beschikbaar voor het gemeentefonds en neemt naar verwachting de stabiliteit van de accresontwikkeling toe. Ook voor Leusden betekent dit een forse groei van de algemene uitkering. In deze Voorjaarsnota groeit de algemene uitkering met € 0,5 miljoen in 2018 oplopend tot € 5 miljoen in 2022. Tegenover deze inkomsten staan echter ook hoge uitgaven. Voor loon- en prijsstijgingen (algemeen en sociaal domein) en volume toename sociaal domein ramen we in 2018 € 0,2 miljoen oplopende tot € 2,9 miljoen in 2022. Het gaat om relatieve grote bedragen waar derhalve ook grote afwijkingen in kunnen plaatsvinden. Dit neemt niet weg dat de door dit Kabinet ingezette koers voor de gemeenten positief uitpakt.
Het Kabinet heeft met de decentrale overheden een InterBestuurlijk Programma (IBP) afgesproken. In het IBP is vastgelegd dat partijen opereren als één overheid bij het aanpakken van een aantal urgente maatschappelijke opgaven. Wat betreft de financiële uitgangspunten is afgesproken dat alle overheden zich financieel inzetten voor de opgaven. Daartoe stelt de rijksoverheid accres en andere middelen (IU/DU, enveloppen) beschikbaar in het gemeentefonds. Het kabinet gaat er van uit dat gemeenten vanuit eigen middelen een bijdrage zullen leveren. De enveloppen worden in het IBP gevoed door de rijksoverheid in de vorm van een decentralisatie-uitkering. Gemeenten kunnen daar een beroep op doen en worden tevens gevraagd een eigen bijdrage te leveren uit de accressen. In de boekhoudmethode van de rijksoverheid zullen de enveloppen eerst overgeheveld moeten worden van de vakdepartementen naar het gemeentefonds. Daarna kan pas iets gezegd worden over wat dit gaat betekenen voor afzonderlijke gemeenten. Mededelingen kunnen op zijn vroegst gedaan worden bij de septembercirculaire 2018, maar meer waarschijnlijk is de decembercirculaire 2018.
De algemene uitkering blijft bovenaan de lijst van financiële risico’s voor de gemeente staan. Op basis van de verwachting dat de stabiliteit door de bredere basis zal toenemen verlagen wij wel het ingeschatte risico met € 170.000 tot € 630.000.