Domein Samenleving

Belangrijkste mutaties uitvoering begroting 2019-2023

Terug naar navigatie - Belangrijkste mutaties uitvoering begroting 2019-2023

De toename van de lasten binnen het Domein Samenleving wordt grotendeels veroorzaakt door een bijstelling van de zorgbudgetten WMO en Jeugd op basis van de voorlopige rekeningcijfers 2018. Als gevolg daarvan zijn de budgetten met structureel € 700.000 verhoogd. Daarnaast wordt het saldo binnen dit programma vanaf 2020 met € 300.000 voordelig beïnvloed door het positieve herverdeel effect als gevolg van de bijstelling van het verdeelmodel Werk en Inkomen.

1. Sociaal Domein, zorgkosten
De zorgkosten voor de nieuwe taken Jeugd en WMO 2015 zijn in 2018 verder gestegen. Bij de Najaarsnota bedroeg het verwachte tekort voor 2019 nog € 890.000, maar dit is op basis van de voorlopige rekeningcijfers 2018 toegenomen met € 700.000 tot € 1.590.000. De budgetten in de Meerjarenbegroting worden bij de voorjaarsnota geactualiseerd op basis van deze voorlopige rekeningcijfers.
De op basis van het CUP ingeboekte stelpost “slimmere zorg” die oploopt van € 45.000 in 2019 tot
€ 180.000 structureel vanaf 2022 wordt teruggedraaid omdat deze besparingen ook al in de taakstelling Sociaal Domein (scenario1) zijn opgenomen.

2. Sociaal Domein, uitvoeringskosten
Taskforce
Er moeten op korte termijn een aantal grote projecten worden opgeleverd binnen het Sociaal Domein. Het gaat daarbij om het voorbereiden en opstellen van de Samenlevingsakkoorden en het beleidskader Sociaal Domein, het op orde krijgen van de sturing op- en monitoring van de zorgkosten en het uitwerken van maatregelen om te komen tot een invulling van de taakstelling Sociaal Domein. De huidige formatie is daar niet op berekend. Om de resultaten tijdig op te kunnen leveren is een Taskforce Sociaal Domein ingesteld. De bemensing van de taskforce vindt plaats vanuit de staande organisatie omdat hier de meeste kennis zit. Voor de reguliere taken, en proces- en projectbegeleiding vindt aanvullende inhuur plaats. De te bereiken doelen van de taskforce liggen in het verlengde van de CUP projecten Sociaal Domein. De totale incidentele kosten bedragen € 341.000 en kunnen worden gedekt vanuit de niet bestede CUP middelen Sociaal Domein 2018/2019 en het flex budget.

3. Bijstelling ramingen Werk en Inkomen
Bijstand
Bij het opstellen van de ramingen van bijstandslasten en –baten vanaf 2019 gaat uit van de veronderstelling dat de BUIG (rijks)uitkering voldoende is om onze uitkeringslasten te kunnen dekken. Dit is een wijziging ten opzichte van de huidige meerjarenbegroting, die gebaseerd op het feit dat de BUIG niet toereikend is. Een deel van deze lasten, ca. 8% van het totaal van bijstandslasten, ad. € 345.000, vormt het ‘eigen risico’ van de gemeente alvorens er aanspraak kan worden gedaan op de vangnetuitkering.
In 2018 is gebleken dat het gewijzigde objectieve verdeelmodel (nu nagenoeg doorontwikkeld) voor Leusden een positief, structureel, effect heeft van ca. € 300.000.

De huidige inschatting, op basis van verloop van aantallen bijstandscliënten 2018 en de eerste maanden van 2019, is dat de aantallen in Leusden licht stijgen. Uitgaande van het feit dat de BUIG uitkering deze kosten volledig dekt, betekent dit dat de in de begroting aanwezige financiële ruimte van € 345.000 (voor het opvangen van een tekort) als voordeel kan vrijvallen.
Als gevolg van de vooraankondiging van het Rijk om het macrobudget 2019 te verlagen geeft het ‘nader voorlopig BUIG budget 2019’ op dit moment echter een bijstelling naar beneden aan van € 145.000. Omdat schommelingen als gevolg van toe-of afname van het macrobudget nog niet definitief zijn, verwerken we deze tussentijdse bijstelling niet direct als budgettair nadeel, maar wachten wij hiermee totdat het definitief budget in het najaar van 2019 is vastgesteld en het verloop van de bijstandsuitgaven 2019 ook wat inzichtelijker is.

Bijzondere bijstand
Op basis van de kosten 2018, de eerste maanden van 2019 en de (groei)ontwikkelingen zien we bij de bijzondere bijstand een toename in de kosten van € 35.000 voor de komende jaren.

Re-integratie
Op basis van de kosten 2017 en 2018 zien we bij de kosten voor re-integratie trajecten een toename in de kosten van € 10.000 voor de komende jaren.

Resumerend: 

Voordeel bijstand                                                                                          € 345.000
Min: hogere uitgaven bijzondere bijstand                                      - € 35.000
Hogere uitgaven re-integratie                                                               - € 10.000
Per saldo voordeel ramingen Werk en Inkomen                         € 300.000

Per saldo ontstaat een structureel voordeel van € 300.000. Van dit voordeel wordt vanaf 2020
€ 150.000 ingezet als investering om maatregelen in het kader van kostenbesparing binnen het Sociaal Domein mede mogelijk te maken.

4. Kostentoename leerlingenvervoer
Met ingang van schooljaar 2017/2018 is het leerlingenvervoer voor drie achtereenvolgende schooljaren regionaal ingekocht door de gemeenten Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Soest, Woudenberg en Leusden. De verwachting was dat de kosten van leerlingenvervoer zouden afnemen of in ieder geval gelijk zouden blijven. Het leerlingenvervoer over het jaar 2018 laat echter een kostentoename zien. De raad is in november 2018 geïnformeerd over de voorziene kostenontwikkelingen binnen het leerlingenvervoer. Gunning van het leerlingenvervoer op basis van kwaliteitscriteria, stijging van de door vervoerders geoffreerde prijzen en een lagere toepasbaarheid van combinatieritten dan aanvankelijk gedacht leiden tot kostenstijgingen. Het hierbij voorziene financiële nadeel bedraagt € 75.000 p/j.

5. Reserve Sociaal Domein
De reserve Sociaal Domein is volledig aangewend om de tekorten 2018 en 2019 op de zorgkosten op te kunnen vangen. Voorgesteld wordt deze reserve vanuit de Algemene reserve basisdeel aan te vullen met een bedrag van € 800.000 i.c. 10% van het zorgbudget. De reserve zal kunnen worden ingezet voor het opvangen van mogelijke besparingsverliezen vanuit de opgelegde taakstelling Sociaal Domein dan wel voor het afdekken van niet voorziene fluctuaties in de zorgkosten, dan wel rijksmiddelen.
Hiernaast stellen wij voor de aanvullende middelen impuls uitstroom W&I (€ 80.000) en de nog binnen de reserve resterende middelen chronisch zieken 2016 en 2017 (€ 25.000) over te hevelen naar de reserve met aangewezen bestemming.

Tabel mutaties uitvoering begroting 2019-2023
Voor de overige mutaties verwijzen wij u naar de tabel “Mutaties uitvoering begroting 2019-2023”.

De technische wijzigingen zijn over de taakvelden binnen de diverse domeinen onderverdeeld, het resultaat is budgetneutraal.