De mutaties binnen het Domein Samenleving resulteren voor 2019 tot een nadeel van € 287.000. Dit
wordt vooral veroorzaakt door een bijraming van € 425.000 op de budgetten voor zorgkosten Jeugd
en WMO. Daarnaast is binnen het programma voor 2019 een incidenteel voordeel van € 355.000
ontstaan door het aframen van verwachte onderbestedingen binnen de brede begroting van het
Sociaal Domein (o.a. bijstand, uitvoeringskosten, verstrekkingen oud WMO en niet bestede CUP
budgetten). Andere mutaties in 2019 zijn geweest het functioneel ramen van rijksmiddelen die via de
circulaires van het Gemeentefonds beschikbaar zijn gesteld (€ 77.000), de stijgende kosten voor
leerlingenvervoer (€ 60.000), de gevolgen van de CAO gemeenteambtenaren (€ 27.000) en overige
mutaties (€ 45.000), waarbij het vooral gaat om technische bijramingen die wegvallen tegen mutaties
op de andere domeinen.
Het nadelig resultaat in meerjarenperspectief bedraagt € 90.000 structureel en wordt met name
veroorzaakt door een toename in de kosten leerlingenvervoer (€ 60.000) en het functioneel ramen van
de middelen WvGGZ die bij de septembercirculaire in het gemeentefonds zijn gestort (€ 33.000).
1. Zorgkosten Sociaal Domein 2019
Vanuit de regio Amersfoort is nog geen prognose van de zorgkosten over 2019 ontvangen. Oorzaak
daarvoor is de per 1 januari gewijzigde inkoopstructuur waarbij het lastig is om op basis van
ervaringscijfers een inschatting te maken van de verzilveringspercentages voor de nieuwe p x q
percelen en bouwblokken. Wel wordt op regionaal niveau op basis van de Q3 rapportage een
winstwaarschuwing aan de gemeenten afgegeven: de p x q percelen lijken hoger uit te gaan vallen ten
opzichte van het beschikbare budget 2019. Voorgesteld wordt de budgetten voor de nieuwe taken
Jeugd en WMO in deze najaarsnota te verhogen met de vanuit onze begroting beschikbare stelposten
voor risicoverevening en volume- en prijsstijgingen jaarschijf 2019 en de via de Algemene Uitkering
van het Gemeentefonds beschikbaar gestelde extra middelen Voogdij 18+. Daarbij ontstaat het
volgende budgettaire beeld:
Met deze bijstelling kan voor dit jaar een mogelijke budgetoverschrijding van ruim 11% worden
opgevangen. Daarmee hoeven we de reserve Sociaal Domein van € 800.000, die bestemd is voor het
opvangen van tekorten in de zorgkosten, vooralsnog niet aan te wenden.
In het voorjaar 2020 komen de voorlopige rekeningcijfers 2019 beschikbaar en krijgen we zicht op de werkelijke kostenstijging. Bij de voorjaarsnota 2020 zullen we dan de budgetten actualiseren op basis van de rekeningcijfers 2019 en het dan bekend zijnde regionale inkoopkader voor 2020.
Voor de jaren 2021 en verder gaat een ander financieringsregime gelden voor de Rijksmiddelen
Sociaal Domein. Daarbij zullen op basis van nieuwe verdeelmodellen voor jeugd en WMO
herverdeeleffecten ontstaan zowel op landelijk als mogelijk ook op regionaal niveau. Deze effecten
zullen bij de meicirculaire 2020 bekend zijn en nemen we mee bij het samenstellen van de
meerjarenbegroting 2021-2024.
2. Uitvoeringskosten Sociaal Domein 2019
In 2019 is extra ingezet op een verbeterde sturing in het Sociaal Domein als het gaat om informatie-en
accountmanagement. Lariks heeft daarbij ook haar aandeel geleverd waarbij extra formatie is
ingezet. Daarvoor heeft Lariks een incidentele projectsubsidie van € 50.000 ontvangen vanuit het
beschikbare gemeentelijke transformatiebudget 2019.
De gemeentelijke uitvoeringskosten voor de zorg administratie vallen in 2019 per saldo € 60.000 lager
uit ten opzichte van het beschikbare budget. Oorzaak daarvoor zijn de lagere aan Amersfoort te
betalen bijdrage in de frictiekosten en lagere ICT kosten. Daarnaast zijn er door Amersfoort nog
accountantskosten in rekening gebracht over voorgaande jaren. De huidige DVO 2019 voorziet in
structurele dekking van deze kosten.
Er is een structureel voordeel van € 20.000 op de uitvoeringskosten gerealiseerd doordat een
efficiencyslag op de inrichting van en afstemming tussen de diverse uitvoerende partijen (Regionaal
Inkoop- en Subsidiebureau, gemeente Amersfoort, Lariks, gemeente en SDO-Support) is
doorgevoerd. Voorgesteld wordt dit voordeel vanaf 2020 in te zetten ten gunste van de taakstelling
Sociaal Domein.
3. Bijstand en Bbz 2019 en 2020
Voor het jaar 2019 wordt een voordeel verwacht op de bijstand van € 80.000. Dit voordeel bestaat uit
het saldo van de lagere rijksbijdrage ad. € 103.100 en de lagere bijstandslasten ad. € 183.100 ten
opzichte van de begroting.
Het rijk heeft de definitieve rijksbijdrage BUIG 2019 bekend gemaakt, welke voor Leusden € 4.327.600
bedraagt. Op basis van de verwachte uitgaven ad. € 4.247.600 voorzien we een voordelig resultaat
van € 80.000. In 2019 is het aantal bijstandscliënten licht gedaald, terwijl in de begroting 2019 nog
werd uitgegaan van een stijging. Dit veroorzaakt het voordelig resultaat op de bijstandslasten.
Op basis van het voorlopige BUIG beschikking 2020 ad. € 4.557.100 en de te verwachten
bijstandslasten 2020 voorzien we op dit moment geen aanpassing van de begroting 2020.
Vanaf 2020 wijzigt de bekostiging voor de Bbz. Het Rijk gaat de financieringssystematiek laten
aansluiten bij die van de Participatiewet. Deze omzetting zou geen financiële gevolgen moeten
hebben aangezien het Rijk aangeeft dat de overheveling budgetneutraal zal zijn. De kosten van
levensvatbaarheidsonderzoeken zijn vanaf 2020 niet meer declarabel, maar de financiële middelen
zijn toegevoegd aan het gemeentefonds. Leusden krijgt hiervoor in 2020 € 8.500 extra in de
Algemene Uitkering, oplopend tot € 9.400 in 2023.
4. Toename kosten leerlingenvervoer
De kosten van leerlingenvervoer nemen toe. In de voorjaarsnota 2019 is een structurele bijraming van
budget in de begroting opgenomen van € 75.000. In aanvulling hierop zien we nu een aanvullende
kostenstijging van € 60.000. Deze kostenstijging wordt door de volgende ontwikkelingen verklaard:
aantal leerlingen neemt toe:
- autonome stijging van het aantal leerlingen dat gebruik maakt van leerlingenvervoer (lastig
inschatbaar/stuurbaar);
- leerlingen zijn vaker aangewezen op begeleiding welke niet binnen het regulier onderwijs past
waardoor de leerling is aangewezen op een verder weg gelegen school;
- beperkingen Openbaar Vervoer waardoor het niet mogelijk is leerlingen zelfstandig te laten reizen
vanwege aantal overstapmomenten en duur van de reis;
- toepassing van de hardheidsclausule bij casussen vanwege sociale emotionele redenen.
combinatie van ritten niet altijd mogelijk:
- het aantal kinderen met meer zware problematiek neemt toe waardoor individueel vervoer nodig
is;
- onbedoeld individueel vervoer moeten inzetten vanwege locaties waar slechts één leerling heen
gaat. De route is niet combineerbaar met een andere routes.
ritafstanden nemen toe:
- scholen verhuizen naar verder weg gelegen locaties (Beekdal en Trappenberg);
- 3 VSO scholen in de regio kennen een leerlingenstop waardoor leerlingen noodgedwongen naar
verder weg gelegen scholen vervoerd worden (bijvoorbeeld vervoer naar Ermelo daar waar
voorheen onderwijs in Amersfoort werd aangeboden).
Voor de overige mutaties verwijzen wij u naar de tabel “Mutaties uitvoering begroting 2019-2023”.
De technische wijzigingen zijn over de taakvelden binnen de diverse domeinen onderverdeeld, het
resultaat is budgetneutraal.