De gemeentelijke risico’s worden tweemaal per jaar op gestructureerde wijze in beeld gebracht en op
de mogelijke consequenties beoordeeld. De eerste monitor was gekoppeld aan de Voorjaarsnota
2019. De tweede monitor is opgesteld in het kader van de begroting 2020 en wordt tevens gekoppeld
aan de Najaarsnota. Ten opzichte van de vorige monitor is het risicoprofiel met € 695.000 afgenomen.
Voornaamst oorzaak hiervoor is het bij de jaarrekening 2018 opgetreden risico op lagere
afvalopbrengsten € 450.000 lager ingeschat wordt voor begrotingsjaar 2020 omdat de structurele
financiële gevolgen zo goed mogelijk in de begroting en tarieven van 2020 zijn verwerkt en de
gevolgen voor het begrotingsjaar 2019 zijn meegenomen in het resultaat van deze najaarsnota. Voor
de WMO is onze risico-inschatting met € 245.000 gedaald omdat wij zo goed als mogelijk de effecten
van het abonnementstarief voor de WMO in de begroting 2020 hebben verwerkt.
Sociaal Domein
De zorgbudgetten Jeugd en WMO zijn vanaf 2019 op het niveau van de werkelijke kosten 2018
gebracht. Als gevolg van de nieuwe, meer taakgerichte, inkoopstructuur die vanaf 2019 geldt is er op
dit moment nog geen goed inzicht in de ontwikkeling van de zorgkosten. Het risico bestaat dat de in
onze begroting geraamde budgetten voor zorgkosten en volume- en prijsstijgingen ontoereikend
zullen zijn om de kostenstijgingen de komende jaren op te kunnen vangen. Het open einde effect van
de pxq financieringsvorm en een versterkte toename van de vergrijzing in Leusden zijn daarbij grote
risicofactoren.
Voor het Sociaal Domein is vanaf volgend jaar een te realiseren taakstelling van € 420.000 in de
begroting opgenomen. Het risico bestaat dat deze niet direct voor 100% gerealiseerd gaat worden en
dat er incidentele aanloop- en besparingsverliezen zullen ontstaan.
Naast bovenstaande is er nog een aantal ontwikkelingen die de komende jaren financiële impact op
onze begroting zullen hebben. Het gaat dan om de intrede van de Wet Verplichte GGZ en de effecten
van de gewijzigde regionale risicoverevening (2020), de herverdeeleffecten van de nieuwe
verdeelmodellen Jeugd en WMO, de Nieuwe Wet Inburgering, en de wijziging van het
woonplaatsbeginsel (2021) en de doordecentralisatie van Beschermd Wonen en Maatschappelijke
Opvang van centrumgemeenten naar lokale gemeenten (2022). Of deze effecten nadelig dan wel
voordelig zijn en om welke bedragen het gaat is in dit stadium nog niet in te schatten.
Algemene Uitkering
Hoewel de accressen bij de septembercirculaire voor het eerst sinds lange tijd vanaf 2020 weer een
stijging laten zien, blijven de schommelingen als gevolg van de “trap op - trap af” systematiek een
risico in onze begroting. Momenteel worden de voorbereidingen getroffen voor de Herziening
Financiële Verhoudingswet. Daarbij worden zowel de huidige verdeelmodellen voor het Sociaal
Domein als de klassieke verdeelmaatstaven van het gemeentefonds tegen het licht gehouden. De
resultaten zullen in het voorjaar 2020 bij de meicirculaire bekend worden gemaakt. De herziening van
het Gemeentefonds is van grote betekenis voor de gemeentelijke financiën. Het ontstaan van
financiële herverdeeleffecten voor gemeenten is inherent aan het wijzigen van de verdeelsystematiek
van het fonds. Eerder is als kader aangegeven dat deze maximaal € 15 per inwoner per jaar mogen
bedragen (voor Leusden € 450.000). De Raad Openbaar Bestuur geeft aan dat deze norm, gelet op
de toename van het GF met de middelen SD zou kunnen worden herzien en bijvoorbeeld als
ondergrens zou kunnen worden gehanteerd.