Algemeen
Het weerstandsvermogen is te omschrijven als ‘de mate waarin de gemeente Leusden in staat is middelen vrij te maken om (incidentele) financiële tegenvallers op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van het bestaande beleid inzake de gemeentelijke dienstverlening’. Het weerstandsvermogen is een financieel vangnet voor optredende gevolgen van risico’s die niet goed kunnen worden afgedekt op basis van het gevoerde risicomanagement. In deze paragraaf geven wij u inzicht in risico’s van de gemeente, het beschikbare en het benodigde weerstandsvermogen.
Beleidskader
Het beleid is vastgelegd in de Nota risicomanagement en weerstandsvermogen 2010. Er wordt onderscheid gemaakt in risico’s van de algemene dienst en die van het grondbedrijf.
Risicomanagement
Bewustwording van risico’s is een belangrijke stap in het beheersen van risico’s. Daarom is het van belang regelmatig stil te staan bij de risico’s die het bereiken van de doelstellingen in de weg staan en het gesprek hierover te organiseren. Onze risico’s worden systematisch in beeld gebracht en op mogelijke consequenties beoordeeld. Tweemaal per jaar wordt een monitor samengesteld waarbij risico’s worden geïnventariseerd dan wel geactualiseerd. Daarnaast zijn risico’s en risicobeheersing een vast onderdeel van de planning en control gesprekken in onze organisatie. Risicomanagement draagt zo bij aan een grotere weerbaarheid en wendbaarheid. En dat is goed voor de continuïteit van de gemeente als het gaat om de uitvoering van taken en verantwoordelijkheden in de samenleving.
Ontwikkelingen
De uitbraak van COVID-19 (corona) eind februari 2020 heeft een enorme impact op ons allemaal. De wereldwijde pandemie leidt tot ongekende omstandigheden. Het corona virus heeft geen financiële gevolgen heeft voor de jaarrekening 2019. Maar wel voor naar verwachting veel beleidsterreinen van onze begroting 2020 en mogelijk voor de jaren daarna. Het is moeilijk in te schatten wat de gevolgen zullen zijn. Het centraal planbureau heeft meerdere scenario’s geschetst van de gevolgen voor de economie. Duidelijk is dat de ernst en lengte van een eventuele recessie wordt bepaald door de lengte van de lock down die nu van kracht is. Dit zal ook gevolgen hebben voor onze financiële positie.
Risico’s algemene dienst
Op basis van de eerste Risicomonitor 2020 zijn de belangrijkste risico’s van de algemene dienst in beeld gebracht aan de hand van een drietal scenario’s, namelijk het optimistische scenario, het pessimistisch scenario en het midden scenario.
Het midden scenario beschouwen we als meest realistisch en wordt in relatie gebracht met het berekende benodigde weerstandsvermogen. Bij het opstellen van de risicomonitor zijn de mogelijke gevolgen van het corona virus zo goed als mogelijk meegenomen.
Wij willen benadrukken dat de uitkomsten van de scenario’s geen voorspelling geven van de werkelijkheid, maar inzichten geven wat er gebeurt als er op meerdere onderdelen van de gemeentelijke begroting sprake is van tegenvallende ontwikkelingen en stress (gevoeligheidsanalyse). De uitkomsten moeten daarom ook met enige voorzichtigheid worden geïnterpreteerd en beseft moet worden dat een verkenning van een toekomstige situatie gepaard gaat met inherente beperkingen en onzekerheden.
Benodigd weerstandsvermogen Algemene dienst
Het benodigde weerstandsvermogen is genormeerd op 10% van de omzet van de algemene dienst (exclusief
sociaal domein), namelijk € 5.113.000,-. Omdat het totaal van de geïnventariseerde risico’s aan de hand van het midden scenario lager is dan het genormeerd benodigd weerstandsvermogen wordt bij berekening van het weerstandsvermogen uitgegaan van het genormeerd benodigd weerstandsvermogen.
Beschikbare weerstandsvermogen Algemene dienst
Het beschikbare weerstandsvermogen voor het afdekken van de risico’s bij de algemene dienst wordt gevormd door het vrij aanwendbare deel van de algemene reserve (basisdeel). Dit bedraagt € 3.416.000,- zijnde het saldo van deze reserve per 31 december 2019.
Naast dit deel is voor het opvangen van risico’s in het sociaal domein een afzonderlijke reserve sociaal domein is ingesteld. Op 31 december 2019 bedraagt de omvang van deze reserve € 989.000,-.
Ratio weerstandsvermogen Algemene dienst
Wij drukken het weerstandsvermogen uit in een ratio. Met behulp van dit verhoudingsgetal wordt bepaald of het weerstandsvermogen toereikend is. De gemeente streeft naar een ratio van 1,0 met als toegestane bandbreedte een bovengrens van 1,2 en een ondergrens van 0,8. Komt de ratio buiten de bandbreedte dan wordt binnen een jaar een voorstel gedaan om het beschikbare weerstandsvermogen te verhogen of te verlagen. De ratio wordt als volgt berekend:
Conclusie:
De ratio van 0,67 (afgerond op 2 decimalen) valt buiten de bandbreedte. Het weerstandsvermogen is niet toereikend. In de Voorjaarsnota 2019 is de ratio geraamd op 0,62. Conform het huidige beleid zal het college in de Voorjaarsnota 2020 een voorstel doen om de ratio weer binnen de bandbreedte te brengen.
Risico’s grondexploitatie
In de Actualisatie Grondexploitaties 2020 zijn de risico’s benoemd (en waar mogelijk gekwantificeerd) die de gemeente loopt met de uitvoering van grondexploitaties.
Benodigd weerstandsvermogen Grondbedrijf
In de Nota Risicomanagement en Weerstandsvermogen is beschreven hoe de norm voor het benodigde weerstandsvermogen wordt berekend. Op basis van de grondexploitaties zoals opgenomen in de Actualisatie 2020 wordt het benodigde weerstandsvermogen grondbedrijf genormeerd op € 1.780.000.
Beschikbare weerstandsvermogen Grondbedrijf
Het beschikbare weerstandsvermogen grondbedrijf wordt gevormd door het vrij aanwendbare deel van de Algemene Reserve Grondbedrijf. De omvang van deze reserve bedraagt € 2.663.000 . Dit bedrag is na bestemming resultaat grondexploitatie jaarrekening 2019 en inclusief de geraamde toevoegingen en onttrekkingen in het jaar 2019.
Ratio weerstandsvermogen Grondbedrijf
Evenals voor de Algemene Dienst wordt ook voor het Grondbedrijf uitgegaan van een ratio van minimaal 1,0 met als toegestane bandbreedte een bovengrens van 1,2 en een ondergrens van 0,8. Komt de ratio buiten de bandbreedte dan wordt binnen een jaar een voorstel gedaan om het beschikbare weerstandsvermogen te verhogen of te verlagen. De ratio wordt als volgt berekend:
Conclusie:
Met een weerstandsratio van 1,50 is, afgezet tegen het gemeentelijke beleid zoals vastgelegd in de Nota risicomanagement & Weerstandscapaciteit, de weerstandscapaciteit ruim voldoende.
De ratio valt buiten de bandbreedte van 0,8 - 1,2, welke in het voornoemde beleidskader is vastgelegd. Aangezien de huidige ratio hierboven ligt, zal bij de Voorjaarsnota 2020 een voorstel worden gedaan op welke wijze wordt omgegaan met het surplus binnen het weerstandsvermogen van de ARG. Dit surplus bedraagt ongeveer € 0,9 miljoen.
In de rapportage “Actualisatie Grondexploitaties 2020” is eveneens ingegaan op de stand van de Algemene Reserve Grondbedrijf. Daarbij is abusievelijk een ratio van het weerstandsvermogen gepresenteerd van 1,44. In werkelijkheid ligt de aanwezige weerstandscapaciteit per 1 januari 2020 hoger en komt de ratio uit op 1,50. De afwijking is ontstaan doordat de mutatie van het gelabelde bedrag voor Binnen in het Buitengebied ad € 102.654 niet juist was verwerkt.
Kengetallen financiële positie
Kengetallen zijn getallen die de verhouding uitdrukken tussen bepaalde onderdelen van de rekening of de balans en kunnen helpen bij de beoordeling van de (ontwikkeling van de) financiële positie. Naast de kengetallen wordt een beoordeling van de onderlinge verhouding van de kengetallen in relatie tot de financiële positie opgenomen.
Bij de beoordeling van de kengetallen maken we gebruik van ‘zogeheten ‘signaleringswaarden’ die afkomstig zijn uit onder meer de stresstest voor 100.000+gemeenten en het gemeenschappelijk financieel toezichtskader 2020. In de tabel hieronder is te zien welke waarden bij welke categorie (A, B of C) behoren. Wij zullen de kengetallen opnemen en indelen in onderstaande drie categorieën waarbij categorie A het minst risicovol is en categorie C het meest.
In de hierna opgenomen tabel zijn de voorgeschreven kengetallen vermeld en zijn de berekende waarden alsmede het verloop van deze waarden ingevuld. Daarna volgt per kengetal een korte uitleg en wordt op de uitkomst en situatie voor Leusden ingegaan.
Netto schuldquote
De netto schuld weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie en zegt het meest over de financiële vermogenspositie van een gemeente. De netto schuldquote geeft aan of een gemeente investeringsruimte heeft of juist op haar tellen moet passen. Daarnaast zegt het kengetal ook wat over de flexibiliteit van de begroting. Hoe hoger de schuld is, hoe meer kapitaallasten er zijn (rente en aflossing) waardoor een begroting minder flexibel wordt. De netto schuldquote neemt in meerjarenperspectief toe omdat onze liquide middelen sterk afnemen door een aantal investeringsprojecten. Toch blijft onze netto schuldpositie van Leusden laag en financieel gezond.
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Omdat er bij leningen onzekerheid kan bestaan of ze allemaal terugbetaald worden geeft dit kengetal inzicht in wat het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast. De wijze waarop de netto schuldquote gecorrigeerd voor de doorgeleende gelden wordt berekend is gelijk aan de netto schuldquote, met dien verstande dat bij de financiële activa ook alle verstrekte leningen worden opgenomen. Het aandeel doorgeleende gelden is voor Leusden relatief beperkt waardoor de uitkomst van dit kengetal niet of nauwelijks afwijkt van de netto schuldquote. Dit geeft aan dat het ‘terugbetalingsrisico’ gering is.
Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft de mate aan waarmee de gemeentelijke bezittingen zijn betaald met eigen middelen. Anders gezegd: het aandeel van het eigen vermogen in het totaal vermogen. Hoe hoger de verhouding eigen vermogen ten opzichte van het totale vermogen hoe gezonder de gemeente. Normaal bevindt de solvabiliteitsratio van een gemeente zich tussen de 30% en 80%. Leusden bevindt zich met een solvabiliteitsratio van 43,27% binnen deze bandbreedte.
De solvabiliteitsratio heeft als signaleringswaarde B, maar zit net op de grens tussen A en B. Dit wordt mede veroorzaakt door het grote aandeel van o.a onderhoudsvoorzieningen in onze balans. Wanneer rekening wordt gehouden met onze onderhoudsvoorzieningen, door deze mee te nemen bij onze reserves, dan komt de solvabiliteitsratio uit op 57%. Hieruit blijkt dat Leusden in staat is zeer goed te voldoen aan zijn financiële verplichtingen.
Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt het onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten. Incidentele baten en lasten betreffen die posten die het begrotingssaldo incidenteel
beïnvloeden. Deze posten zijn tijdelijk en/of hebben een eindig doel. Met andere woorden, er is een einddatum
bekend. Voorbeelden van structurele baten zijn de algemene uitkering en eigen belastinginkomsten. Bij structurele lasten zijn dat bijvoorbeeld de personeelslasten, kapitaallasten en bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen. Een begroting waarvan de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten is meer flexibel dan een begroting waarbij structurele baten en lasten in evenwicht zijn. Het kengetal geeft hiermee aan hoe groot de structurele vrije ruimte binnen de vastgestelde begroting is. Daarnaast geeft dit kengetal ook aan of de gemeente in staat is om structurele tegenvallers op te vangen dan wel of er nog ruimte is voor nieuw beleid.
In 2019 waren onze structurele lasten hoger dan onze structurele baten. Daarnaast waren de structurele toevoegingen aan onze reserves lager dan de structurele onttrekkingen. Het kengetal voor de structurele exploitatie ruime komt hierdoor uit op negatief 3,7% met een signaalwaarde van C.
Kengetal grondexploitatie
De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van gemeentes. De boekwaarde van de voorraad gronden is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop.
Het kengetal geeft weer hoe de waarde van de grondexploitatie zich verhoudt tot de totale baten. Hoe lager het kengetal, hoe beter
Belastingcapaciteit: Woonlasten meerpersoonshuishouden
De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk zich verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde. De ruimte die een gemeente heeft om haar belastingen te verhogen om bijvoorbeeld opgetreden risico’s op te vangen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, de rioolheffing en de reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde WOZ-waarde in die gemeente. Voor de jaarrekening komt het kengetal voor de belastingcapaciteit uit op 81,76%. De belastingcapaciteit ligt onder het landelijk gemiddelde.
Beoordeling van de onderlinge verhouding van de kengetallen in relatie tot de financiële positie
De financiële kengetallen geven aan dat Leusden een sterke financiële positie heeft maar uit de signaalwaarden blijkt dat onze financiële positie wel afneemt. Voor Leusden was in 2019 geen sprake van structurele vrije ruimte binnen de jaarrekening. Structureel evenwicht is een belangrijk uitgangspunt voor de (meerjaren)begroting. Wanneer sprake is van negatieve structurele begrotingsruimte betekent dit dat de uitgaven met een structureel karakter niet volledig wordt gedekt met structurele baten. Daaruit volgt dat de Leusden inteert op haar reservepositie. De schuldenlast van Leusden ten opzichte van de eigen middelen is relatief laag. Hierdoor is de druk van de rentelasten en de aflossing van geldleningen op de exploitatie laag. Onze solvabiliteitsratio daalt licht, maar wanneer rekening wordt gehouden met onze onderhoudsvoorzieningen blijkt dat Leusden in staat is zeer goed te voldoen aan haar financiële verplichtingen.
Ook is onze belastingdruk laag ten opzichte van het landelijke gemiddelde. Het kengetal grondexploitatie geeft aan dat wij nog boekwaarden aan voorraad gronden hebben die door middel van verkopen moeten worden goedgemaakt. In meerjarenperspectief neemt dit sterk af. Ook beschikken we voor onze grondexploitaties over ruim voldoende weerstandsvermogen om eventuele financiële tegenvallers op te vangen.
Het weerstandsvermogen van de algemene dienst is lager dan de ondergrens van 0,8. De impact van de uitbraak van COVID-19 (corona) eind februari 2020 heeft naar verwachting voor veel beleidsterreinen van onze begroting 2020 en mogelijk voor de jaren daarna gevolgen. Vooralsnog veronderstellen wij dat er voldoende ruimte is om financiële tegenvallers op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van het bestaande beleid inzake de gemeentelijke dienstverlening. Conform het huidige beleid zal het college in de Voorjaarsnota 2020 een voorstel doen om de ratio van de algemene dienst weer binnen de bandbreedte te brengen.